Point and shoot

We gaan terug in de tijd. Naar de zomer van, laten we zeggen, 1990. Ik ben zes jaar oud en hol rond het houten huisje dat op het speelveldje achter ons huis staat. Het is zonnig, het gras geurt, de struiken zijn vol, en het is nog net niet warm genoeg voor waterpistolen. Die dag ren ik spelenderwijs rond met mijn moeders oude Agfa Clack. Ik kan er geen echte foto’s mee maken, maar doen alsof vind ik net zo leuk. De camera is zwart, met allerlei kleine metaalkleurige haakjes, randjes en details. Hij bungelt in een bruine hoes aan een leren riempje rond mijn nek, opdat ik hem niet laat vallen. Wanneer ik iets leuks zie, wip ik de bruine dop van de lens en doe alsof ik een foto schiet.

Mijn ouders merken mijn plezier met het toestel op. Mijn moeder en zus hebben dan al identieke zwarte point-and-shoot cameraatjes, waar ze op vakantie rolletjes mee volschieten. Zodra we bij een postorderbestelling een gratis cameraatje als geschenk ontvangen, is die voor mij. Tegenwoordig zouden we het een prul vinden. Hij weegt niks, het glaswerk is goedkoop, en de flitser waardeloos. Maar het is mijn eerste fototoestel, waar ik op vakantie mijn kijk op de wereld vastleg. Jarenlang gaat het dingetje in mijn reisbagage mee. Ik fotografeer landschappen, bloemen, paarden – alles dat me opvalt.

Waar we nu gerust honderden foto’s digitaal achter elkaar schieten, waren we toen nog gelimiteerd tot 24 of 36 foto’s. Deze beperking zorgde ontegenzeggelijk voor een heel bewuste manier van fotograferen. Bij het richten van je camera had je al bedacht of je nog wel genoeg foto’s over had; had je jezelf verzekerd dat je na de vorige foto doorgedraaid had, en had je in een ogenblik ingeschat of de situatie überhaupt te fotograferen was. Mijn camera kwam me nergens in tegemoet. Het brandpunt stond vast op oneindig, dus close-ups en macro’s waren uitgesloten. Was het donker, dan moest je zelf de flitser aanzetten én de tijd geven om op te laden. Inflitsen was een truc die alleen mijn vader met zijn luxe Minolta machtig was. Ook was het geprinte getal op je rolletje geen garantie dat je alle foto’s maken kon. Soms was het rolletje zo gesneden, dat de eerste, de laatste, of soms beide foto’s aan weerszijden van de rol maar half belicht konden worden. Het gebeurde allemaal daar in dat donkere doosje, je wist het niet. Het enige dat je iets zei, na die laatste klik, was het knellende geluid van een filmstrip die niet verder uit zijn behuizing wilde kruipen. Dan zat er niets anders op. Hendeltje uitvouwen en helemaal terugdraaien.

Dat zelfstandig terugdraaien hoefde op mijn nieuwe cameraatje niet meer. Ik kocht het toestel rond mijn twaalfde. Ik vond fotograferen echt leuk en vond, dat ik niet langer met een gratis exemplaar hoefde rond te lopen. Dus bestelde ik bij de Wehkamp een modern vormgegeven champagnekleurige Samsung Fino S. Hij was niet goedkoop, maar achteraf bezien nog steeds maar een simpel ding. Grote vooruitgang was dat deze camera een elektrisch motortje had. Na elke kiek spoelde hij zelf door, en aan het einde van de rol gaf een treurig lang aanhoudend gezoem aan, dat de film vol was, en terugging zijn huisje in.

Je bracht het rolletje dan naar de Kruidvat, waar, helemaal achter in de zaak, een indrukwekkend meubel stond. Aan de ene zijde vond je een bak met nieuwe papieren enveloppen, voor je fotorolletje. Elke envelop had een volgnummer en een kort formulier. Daar vulde je je naam in, en je gewenste soort afdrukken. Glanzend, mat, dia’s, negatieven erbij? Je kon zo’n zelfde envelop ook gebruiken voor nabestellingen. Elk frame op je negatieven had een priegelig klein nummer, en aan de hand van dat nummer vulde je in welke foto’s je extra, vergroot, of op ander papier wilde nabestellen. Elke bestelling duurde gerust twee weken om terug te keren bij de Kruidvat, in de andere bak van het meubel. Die bak stond vol met op nummer gesorteerde enveloppen vol met foto’s. Een keur aan persoonlijke afdrukken lag daar gerust een week te wachten, iedereen kon er zomaar bij. Maar dat deed niemand. Je ging naar de Kruidvat voor je eigen envelop, die je herkende aan de strip met overeenkomstig nummer, die je mee naar huis had genomen. Het vinden van jouw envelop was een eureka-moment. Je kreeg er namelijk op geen enkele manier bericht van – je moest gewoon op goed geluk regelmatig gaan kijken. In een heel, heel uitzonderlijk geval, kwam je envelop nooit terug. Dan was de fotocentrale hem kwijtgeraakt.

Met de Samsung point-and-shoot camera experimenteerde ik ten eersten male met gestileerde fotografie. Ik stelde een scène op en plantte de camera er voor. Dat deed ik buiten, waar veel daglicht was, tegen het muurtje van de fietsenschuur. Op de grond legde ik een lichtblauwe elastomap van mijn moeder: dat was de zee. Tegen de muur zette ik een foto uit een tijdschrift met een parelwit zandstrand en palmbomen. Op de map legde ik twee flock-figuurtjes van een grote en een kleine dolfijn. Als je dan goed plat over de map heen keek, en je duimen en wijsvingers in een kadertje hield, zag je twee dolfijnen in een zonnig oord op de blauwe golven naar je toe zwemmen. Maar, zoals ik al noemde, hadden deze cameraatjes een vaste brandpuntsafstand. De enkele foto – oh verhoede dat ik twee kostbare foto’s op de rol zou verspillen aan hetzelfde onderwerp – was niet wat ik toen voor ogen had. Ik kan hem nog goed voor me zien. De map is een ijsblauwe ondefinieerbare barrière die de onderrand van de foto siert. Daarop twee grijze, wazige gedaanten, met ergens op de snuit de hint van een zwart kraaloogje. Dan, in de achtergrond, omlijst door de rode baksteentjes van de schuur, de scherpe foto van het zandstrand.

Pas jaren later verdiepte ik me in betere camera’s. Om onduidelijke redenen had ik gewoon nooit de link gelegd met mijn vaders luxe Minolta, die deze foto prima zou hebben kunnen maken. Een camera waar ik nooit aan zou mogen komen, sowieso, maar die qua prijs ook voor mij als tiener ver buiten mijn bereik lag. Nee, pas toen ik uit huis was, negentien jaren oud, en in Den Haag de wereld ontdekte, deden inzicht en financiële ruimte mij mijn eerste, digitale, Canon Powershot S45 kopen. Een point-and-shoot.