Auto

dagen

In het kort

woensdag

Met Michel naar Helsa

vrijdag

Safe planners als we zijn, hebben Jeroen en ik eerst donderdag al een heuse Duitse coronatest ondergaan aan de rand van Gronau. Netjes planden we een Termin in via de Chaynz app, het middel om in Duitsland snel en gemakkelijk coronaproof te worden bevonden. Met die negatieve uitslag waren we beide klaar om naar Vlotho te reizen – de eigenlijke bestemming van dit weekendje weg. Maar op de camping in Vlotho waren de toiletten nog niet open, maandag pas. En we zijn goede kampeerders, maar samen op zo’n emmer-met-deksel in de tent… nah. Liever dan een camping met gewoon sanitair.

Die heb ik op donderdagavond gevonden, een uurtje over de grens in Haselünne. En toegegeven, het ziet er uit als een heel leuke kleine camping. Geen heuvels en geen brede rivier zoals in Vlotho, maar zeker mooi gelegen in het bos, lekker stil – mits je niet op de velden met groepsreizen staat. Ik vraag speciaal na of het nu rustig is – aldus bevestigd – en daar gaan we dan heen.

Maar eerst nogmaals door de coronatest. Want deze camping vraagt beslist om een test die maximaal 24 uur oud is – niet 48 uur. Nouja, iedere locatie heeft zo z’n quirks, zeg maar. Jeroen haalt me dit maal iets te laat op, maar we weten inmiddels dat de coronatest echt een fluitje van een cent is (minder nog: hij is gratis). Dus we kachelen in het forenzenverkeer naar Gronau en draaien de stoffige parkeerplaats op bij een onopvallend tentje. Een verveelde studente hijst zich in een plakkerige wegwerpponcho en komt naar buiten voor de test.

Terwijl wij ons melden met de QR-code die buiten de tent op het paaltje hangt, haalt zij de wattenstaafjes. We worden wederom vriendelijk in onze neus gepoerd. Jeroen vindt het zo kriebelig dat hij moet niezen, ik vind het wel best. Mijn neusje kan veel hebben. We rijden voor de zekerheid al door richting Haselünne en krijgen dan beide de negatieve uitslag bevestigd. Mooi!

zaterdag

Tijdens de vlucht heb ik heel de tijd mijn tas voor me gehouden. Dat heeft mijn beenruimte nogal beperkt. Vier uur vliegen in dezelfde houding geeft je nogal een houten kont. Ook kwam ik erachter dat, om onduidelijke redenen, mijn e-books niet naar mijn reader zijn gezet. Het enige dat ik vind is het boek ‘My Home in the Alps’ – een wat oubollig boek over alpiene heldendaden in de vorige eeuw, een boek dat ik maar blijf lezen omdat het nooit uit raakt, en het altijd wel op mijn reader staat als er écht niks meer te lezen valt.

Ik probeer zo veel mogelijk te slapen. Af en toe hoest ik een beetje. Michel naast me slaapt ook. De zon schijnt door het cabineraampje en verwarmt de linkerkant van mijn gezicht. Met gesloten ogen overdenk ik of UV-stralen, boven de wolken, door een vliegtuigruitje, schadelijker voor je zijn. Na enige tijd zijn we over Frankrijk en Spanje heen en suizen we over de Oceaan. Nou, nu is het vast niet ver meer.

Niets blijkt minder waar. Het helpt ook niet dat alle catering aan boord tergend traag is omdat dit zo’n lange vlucht is. De stewardessen kondigen hun ronde eerst aan, wachten dan een half uur, en gaan dan op hun dooie gemakje met hun kar door het gangpad. Betalen kan alleen met contanten. Hebben we niet. Dus ik laat mijn waterzak volgieten met gratis water, want dat kuchje…

Eindelijk kondigt de captain de landing aan. Die duurt nog goed veertig minuten. Tot op het laatst hebben we eindeloze blauwe zee onder ons. Dan maken we een mooi u-bochtje naar rechts en landen we hobbelend op de tarmac van Arrecife airport.

Op dit punt ben ik nog redelijk helder van geest. De tas moet van de band gehaald worden. Dat laten we Bas en Jul doen. Michel en ik gaan in de rij voor de autohuur staan. Daar staan echter al heel wat andere mensen. De rij schiet ook bepaald niet op. ‘Dit gaat een uur duren’ verzucht hij. Ik loop Bas en Jul tegemoet en wacht met ze op de tas die van de band komt.

Michel heeft een beter plan. We gaan met een taxi naar Costa Teguise en huren daar een auto. Aldus kiezen we een stilstaande taxi uit, die ons voor een nette 20 euro naar ons vakantieoord zoeft en in het centrum afzet. De stadsbussen waren niet beter geweest.